Ik weet niet goed waar ik moet beginnen.
Misschien moet ik maar gewoon letterlijk bij het begin beginnen.
Zo lang als ik me kan herinneren bestaat mijn leven uit periodes.
Periodes waarin ik op zijn zachtst gezegd somber ben.
Periodes waarin ik een slaaf van mijn gedachtes lijk.
Waarin ik ’s ochtends met moeite uit bed kom en dan nog vrij vaak op de bank eindig.
Al deze jaren heb ik deze kant van mij verborgen proberen te houden.
Het heeft me gesloopt en gebroken.
Uit schaamte.
Schaamte voor hoe erg deze depressie mij beperkt.
Uit angst.
Angst voor wat je zou denken en angst dat ik anders behandeld zal worden.
Maar het is niet eerlijk. Niet naar mij. Maar ook niet naar jou.
Hoe kan ik Noud leren zich nooit te schamen voor wie hij is.
Zichzelf nooit te laten beperken door de angst voor wat andere vinden als zijn vader al jaren een groot geheim met zich meedraagt?
Ik ben wie ik ben. Dit is een deel van mij.
Ik ben geen depressie. Ik heb depressie.
En vandaag besluit ik deze depressie niet langer als last te dragen.
p.s. Ik ben vanaf 20 mei 2019 begonnen met het bijhouden van mijn gedachten. In die tussentijd ben ik gestopt met mijn antidepressiva, overgestapt op andere medicatie, heb ik deelgenomen aan dagbehandeling sessies, ben ik tijdelijk uit huis gegaan, heb ik onzichtbaar gevochten en zichtbaar gejankt.