Ik snap niet hoe ik er iedere keer nog in kan trappen.
Dat ik, tegen beter weten in, denk dat dit gevecht eerlijk verloopt.
Je bent onzichtbaar, volhardend en genadeloos.
De kleinste ruimte is voor jou genoeg om toe te slaan.
Ik geef je nog geen vinger maar je pakt mijn hele lijf.