Mijn geduld is op.

Aan het eind van mijn Latijn.

En het zit me tot hier.

Overal waar ik kijk is duisternis, donker en zwart.

Kleuren zijn nergens te bekennen.

Geluiden zijn te scherp.

Geluiden zijn te hard.

Ik haal diep adem, in door mijn neus en uit door mijn mond.

Zucht nog eens diep, zak door mijn knieën vol op de grond.

Hoe lang gaat dit door en kan ik dit nog aan?

Er is geen antwoord en ik heb maar één keus.

Doorgaan.