Ik kan niet zeggen dat het hele ‘ziekenhuis-gebeuren’ me totaal ongeroerd heeft gelaten.
Het waren al een flink aantal zware maanden, of laat ik eerlijk zijn, het was tot nu toe al een zwaar jaar.
Zo’n uitje naar het ziekenhuis compleet met morfine, zuurstof, een maag-/darm onderzoek en overnachting is dan de spreekwoordelijke kers op de taart.
Maar goed, wie staat daar wel om te springen?
Wie is er in een dusdanige staat dat hij of zij zegt “Daar is het nu het moment voor” ?
Waar ik naar toe wil is dat ik voor mezelf op heb moeten passen om dit kinkje in de kabel geen knoop te laten worden, dit drempeltje geen heuvel.
Ja, het is k*t.
Nee, ik zat er niet op te wachten.
Ja, ik had het idee dat het allemaal net de goede kant op ging.
Maar ik, en alleen ik, heb nu de mogelijkheid om dit groter te maken dan het is.
Ik heb de mogelijkheid om me te focussen op de negativiteit, op het feit dat ik even een terugslag te verwerken heb gekregen.
Maar ik heb ook de mogelijkheid om de negativiteit te realiseren én te relativeren en het te laten bij wat het is.
Om me te focussen op de positiviteit.
Op het feit dat ik ondanks deze nare gebeurtenis me alweer vrij goed voel en ik binnen enkele dagen weer door kan pakken.
Verder kan gaan met mijn hardloopschema, met het opbouwen van structuur in mijn dagelijkse leven en verder kan groeien.
Ik kan me focussen op het feit dat het me lukt om op deze manier te denken en me te beseffen dat een steentje geen rots hoeft te worden als ik dat zelf niet wil.
Het is een gevecht dat vaker terug zal komen, niet omdat ik een depressie heb, maar omdat ik mens ben.